Lariks

Europese lariks – Lork

Er zijn 15 verschillende soorten lariks, waarvan er van nature maar één soort in West-Europa voorkomt en dat is de Europese lariks (Larix decidua). Het is een echte bergboom. Aangeplant in Nederland voelt de lariks zich redelijk senang. Er wordt hier zelfs voor nageslacht gezorgd. De lariks valt op, omdat in de herfst de naalden mooi oranje-geel verkleuren en afvallen. Gedurende de winter is de boom kaal. In het voorjaar verschijnen frisgroene nieuwe naalden, die jong fluweelzacht zijn. Decidua betekent loof verliezend.

De lariks wordt meestal in bosverband aangeplant en levert een goede kwaliteit zaaghout. Larikshout is zelfs onbehandeld behoorlijk duurzaam, tenzij het hout in contact komt met de grond of water. Maar zelfs dan gaat het nog minstens 10 jaar mee. De duurzaamheid ontleent het hout aan het hars.

Herkenning
De twijgen zijn kaal, geelachtig bruin (Japanse lariks: roodachtig bruin). De naalden groeien of in bundels aan de uiteinden van hele korte scheuten (kortloten), of apart van elkaar aan langere loten. De langloten komen pas tegen het begin van de zomer tot ontwikkeling. Het wordt daarom Sint Janslot genoemd. In de zomer verschijnen de kegels, die eerst rood- of paars van kleur zijn. De rijpe kegels zijn vrij klein, minder dan 5cm lang en grauw van kleur.

Groeiplaats
De Europese lariks komt van nature voor in de Alpen en Karpaten en groeit daar tot aan de boomgrens. De groei is daar gemiddeld genomen langzamer, maar de bomen worden er wel veel ouder. In Nederland stelt de lariks geen bijzonder hoge eisen aan de bodem. Zware klei is ongeschikt en op groeiplaatsen met een hoge grondwaterstand ontstaan problemen. De lariks staat dan niet voldoende stabiel.

Biodiversiteit en aantastingen
De lariks is eenhuizig: mannelijke en vrouwelijke bloemen verschijnen aan dezelfde boom. De wind draagt zorg voor de bestuiving. De Japanse lariks wordt vaker aangeplant. Beide soorten zijn nauw met elkaar verwant. Als ze bij elkaar staan bestaat het nageslacht vaak uit kruisingen. De kruising groeit erg snel en wordt daarom ook in de bosbouw gebruikt. De lariks is niet erg gevoelig voor ziekten. Een aantal wortel parasitaire schimmels die ook in het natuurlijke verspreidingsgebied voorkomen zijn soms te vinden op lariksen. Er is een soort roest die schade kan veroorzaken aan de naalden. Dan moeten er wel populieren in de buurt staan, want de populierenroest heeft een gastheerwisseling met die boomsoort.

Toepassing en beheer
In bosverband heeft de lariks een slanke rechte stam met weinig lage takken. De lariks kan dan meer dan 30m hoog worden. Als solitair aangeplant wordt de boom veel minder hoog en vormt de boom breed uitgroeiende takken.

Waar te zien
In de al wat oudere bossen op zandgrond (Veluwe, Achterhoek, Drenthe), in veel tuinen en parken en nagenoeg elk pinetum.

Japanse lariks – Larix kaempferi
De Japanse lariks wordt vaker in bosverband aangeplant. Beide soorten zijn nauw verwant. Als ze bij elkaar staan bestaat het nageslacht vaak uit kruisingen. De kruising groeit erg snel en wordt daarom ook in de bosbouw gebruikt. De duurzaamheid ontleent het hout aan het hars.

Gegevens op een rijtje
Natuurlijk areaal: Alpen en Karpaten
Status: algemeen
Bodemeisen: goed doorlatende grond met een voldoende diepe grondwaterstand. Niet op klei of kalkrijke gronden.
Schaduwtolerantie: laag (2)
Droogtetolerantie: vrij hoog (4)
Hoogte: tot 30m
Omtrek: tot ruim 3m
Leeftijdverwachting: 100-150 jaar. In berggebied veel ouder.
Kroonvorm: breed piramidaal (vrijuitgroeiend)
Naaldlengte: tot 3,5cm
Bloeiperiode: april
Bestuiving: voornamelijk wind
Zaadval: winter
Zaadverspreiding: wind, vogels en kleine zoogdieren
Vermeerdering: zaad
Toepassing: park en tuin

Bron: Erik Platje - Danphe bv